Amoukanama : des acrobates qui jettent des ponts entre l’Europe et l’Afrique

Amoukanama : un groupe d’acrobates qui a choisi le cirque comme moyen de survie. Le collectif belgo-guinéen tire un trait d’union entre l’Europe et l’Afrique. La connexion, la compréhension, l’échange, le courage et la résilience occupent une place de premier plan. Les acrobates ont à cœur de partager leur énergie, leur sagesse et leur joie de vivre avec le grand public.

Acrobaten Balla Moussa Bangoura en Alseny Sacko werden allebei geboren in een achterbuurt van Conakry, de hoofdstad van Guinee. “We hebben elkaar ontmoet in 2003 toen we tieners waren”, zegt Balla Moussa. “Op het strand, de plaats waar jongeren samenkomen om te breakdancen, voetballen of aan acrobatie te doen. Ik was acrobaat en overtuigde Alseny om mee te doen. Het duurde niet lang voor we boezemvrienden waren.”

Balla Moussa en Alseny komen uit een buurt met een slechte reputatie, een plaats waar veel criminaliteit en armoede heerst. Alseny: “Daar wilden we iets aan doen via acrobatie en circuskunsten. Ons enthousiasme werkte aanstekelijk en al snel sloten er zich nog enkele vrienden aan en er vormde zich een informeel collectief.” Alles bleef heel laagdrempelig: gewoon op straat en op het strand samen aan acrobatie doen, tussen de voetballers en de dansers. Tot Circus Boabab ontstond: een opleiding van drie jaar, puur gericht op circuskunsten. De komst van die opleiding tilde de technische skills van de jongeren naar een hoger niveau. Maar de grimmige sfeer van de wijk bleef overheersen en de groep viel uit elkaar. Balla Moussa wist wel zeker dat hij zijn acrobatiekunsten niet zomaar wilde opgeven en hij versierde een contract bij Cavalia: een compagnie die paardenshows maakt. Hij ging bij Cavalia in Canada aan de slag als acrobaat. Via de contacten die hij kon leggen met de Franse artistieke directeur van de show, kon hij een aantal acrobaten die achterbleven in Guinee ook aan een job helpen. Zo belandde Alseny uiteindeljk in Frankrijk om bij Benjamin Aillaud International Horse Academy (een project van de artistieke directeur van Cavalia) aan de slag te gaan.

In Frankrijk ontmoette Alseny de West-Vlaamse Nathalie Vandenabeele. “Nadat ik mijn studies voor bio-ingenieur had afgerond in België, trok ik naar Costa Rica om aan de slag te gaan als vrijwilliger”, zegt Nathalie. “Daar kwam ik in contact met paarden en zo ontstond het idee om een video te maken en me kandidaat te stellen voor het project van Cavalia. Paardrijden is altijd een passie geweest en ik wilde mijn kans wagen. Ik werd aanvaard voor een opleiding in Zuid-Frankrijk, een opleiding die ik eigenlijk niet kon betalen, dus in ruil was ik oppas voor de kinderen van de artistieke directeur van Cavalia. Alseny werkte er intussen als acrobaat en het is daar dat de vonk oversloeg. Dankzij Alseny ontdekte ik de kunst van acrobatie en mijn nieuwsgierigheid werd zo hard geprikkeld dat ik besloot om me in Guinee te gaan toeleggen op acrobatie. Ik was immers paardenartieste, geen acrobate, de wereld van acrobatie was voor mij was eerder nieuw. Alseny bleef nog wat langer in Frankrijk, dus helemaal alleen trok ik naar Guinee waar ik ook de familie van Alseny leerde kennen. Misschien een beetje vreemd, zo kennismaken met je schoonfamilie zonder je lief erbij te hebben. Maar het was niet anders. Ik kreeg er meteen een warm onthaal.”

Het gaat over een unie van mensen, afkomstig van verschillende plekken op de planeet, die samenwerken om iets te realiseren.

Regisseur en choreograaf Anthony Weiss

Nathalie ontwikkelde zich verder als acrobate in het thuisland van haar vriend. “Ik merkte er meteen dat de acrobaten daar zotveel talent hebben. Maar ik merkte ook dat er weinig educatiemogelijkheden zijn. Er was daar één circusschool voor de hele regio. Je kan het vergelijken met één circusschooltje voor heel België. Helemaal niet voldoende dus. Eens Alseny en Balla Moussa terug thuis waren, wilden we samen iets doen voor de jongeren in hun geboortewijk. Ze speelden al langer met dat idee, maar dankzij mijn kennis van dossierschrijven werd het plots een haalbaar idee. Was het een idee, of eerder een noodzaak? Zo ontstond Amoukanama, een organisatie die half Belgische en half Guinees is. Op die manier konden we via een noord-zuidproject een subsidie krijgen bij de provincie West-Vlaanderen.”

Amoukanama heeft 50 leden, jongeren die dagelijks naar de lessen komen om samen te trainen. “25 van hen wonen samen in bij de ouders van Alseny”, vertelt Nathalie. “Toen Alseny een contract had in Duitsland, had hij de financiele middelen om twee kamers te laten bouwen rond een binnenkoer aan het huis van zijn ouders. De acrobaten slapen daar en krijgen er elke dag een warme maaltijd die de moeder en zussen van Alseny bereiden. Zo’n vijf kilo rijst per dag maakt ze klaar. In Guinee is het niet altijd eenvoudig om te weten wie je kan vertrouwen en wie niet. Voor de acrobaten, die dikwijls wees zijn, is dit dus een mooie oplossing. Het is meer dan enkel een trainingsopleiding: we geven ook Franse en Engelse lessen en er heerst gewoon ook een familiegevoel. ‘Amoukanama, c’est ma famille’, is iets wat we veel horen.”

Behalve de 50 vaste leden: de artiesten, waaruit geselecteerd wordt om mee op tournee te gaan, hebben ze er ook een atelierwerking. “Stel je geen werking voor zoals in Vlaanderen. De acrobaten trekken naar het strand en trainen daar samen met de aanwezige kinderen. Geen verplichtingen, geen inschrijvingen, gewoon vrij samen trainen. De drempel om met inschrijvingen te werken, is momenteel nog veel te hoog. Maar er zijn wel plannen. Het eerste op ons verlanglijstje? Onze eigen ruimte bouwen. Momenteel zijn er geen trainingsplaatsen en zelfs geen sportzalen. We hebben intussen ons eigen terrein gekocht en er de funderingen gelegd voor de geodesic dome. Samen met Edukado, een project van de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) bouwen we er een dans- en repetitiestudio. Het is dankzij Edukado dat we dat allemaal kunnen waarmaken. De studenten van de VUB zamelden eerst geld in om het materiaal aan te kopen en ze komen ook nog eens zelf mee bouwen.”

Balla Moussa en Alseny blijven zelf trainer van Amoukanama. Balla Moussa: “Alseny is mijn porteur. Hij geeft mij steun tijdens de oefeningen en samen tonen we onze kunsten aan de jongeren in de groep. We zijn de enigen met ervaring als het gaat over creatie van voorstellingen en we zijn ook de enigen die weten hoe het professionele leven buiten Guinee eruit ziet. Het is aan ons om de jongeren te motiveren, te sensibiliseren en hen te tonen hoe het moet.”

Amoukanama heeft een volwaardige artistieke werking met veel speelkansen en een uitgebreide tournee. Waarom ze al die energie dan steken in de uitbouw van een school in Guinee? “Alseny en Balla Moussa zijn zelf hier begonnen. Ze hadden geen idee hoe ze het moesten aanpakken, mar ze hebben geluk gehad met de omkadering die er geboden werd. En nu willen wij net hetzelfde doen voor de volgende generatie. Daarnaast hebben we ook gezien hoe acrobaten die in een grote organisatie terechtkomen niet correct behandeld werden: paspoorten worden afgenomen, ze verdienen bijna niets, veel zwartwerk, misbruik… Ze kunnen zelf niet lezen of schrijven en ze kennen de taal niet. Er worden hen contracten voorgelegd die ze blinderlings ondertekenen. Daar willen we echt iets aan veranderen met Amoukanama. We willen hen tonen hoe het op een andere manier kan.”

Amoukanama, zo heet de compagnie. ‘À mou kana ma’ betekent ‘Wat niet breekt, blijft bestaan’ in het Sussu, een taal die in Conakry wordt gesproken. Ook FA, de naam van de voorstelling komt uit het Sussu. Fabé is Sussu voor ‘kom erbij, kom meedoen’, afgekort wordt dat in de volksmond al makkelijk FA!

Voor het nieuwe project FA! kreeg Amoukanama steun van de Europese Unie, binnen het project ‘Frame, Voice, Report!’ Zo konden ze de Franse regisseur en choreograaf Anthony Weiss aan boord halen. “FA! valt uiteen in twee delen, FA! in de openbare ruimte en FA in de zalen,” zegt Anthony. “Een voorproevertje buiten en de hoofdschotel binnen, om het zo te zeggen. FA! vertelt het verhaal van jongeren die vooruit willen, voorbij hun limieten, zowel fysiek, mentaal, sociaal als spiritueel. En ook letterlijk, voorbij de grenzen van hun land. Dat willen ze samen doen. Want ze hebben elk individuele dromen, maar ook een gezamenlijke droom. Het gaat over een unie van mensen, afkomstig van verschillende plekken op de planeet, die samenwerken om iets te realiseren.”

De inspiratie voor de choreografie komt voort uit een wisselwerking tussen twee culturen. Anthony: “De acrobaten tonen hun traditionele dansen en ik meng die met meer hedendaags werk. Ik vraag en daag hen uit. Het is een rijke en intense ervaring. We komen uit verschillende culturen en hebben dus ook een verschillende manier van werken. En er is de taalbarrière. Bovendien hadden ze nog nooit hedendaags circus beoefend. We moesten elkaar dus goed leren begrijpen, maar het resultaat is fantastisch."

Hoe het dan zit met de droom van Nathalie om paardenartieste te worden? “Ik hou nog steeds van artistiek werk met paarden, maar de druk op die wereld is groot. Dankzij de liefde voor Alseny groeide ook de liefde voor acrobatie. Dus het was een logische keuze om me daarin te verdiepen. Ik wist het vooral niet, maar ik heb intussen ontdekt dat ik een passie heb voor partneracrobatie. Het mooie aan Guinee is dan weer dat er niet te veel vragen worden gesteld, niemand vraagt zich af waarom ik iets doe of iets niet doe: probeer gewoon eens een salto. Ik heb er mijn grenzen leren verleggen en meer vrijheid om te dromen ontdekt. Mijn dromen durven volgen, is op de één of andere manier gemakkelijker in Guinee dan in Belgiê. In België heb ik het gevoel dat het moeilijker is om een plaats te vinden binnen het systeem. Een echte thuis heb ik nog niet gevonden, ik blijf een beetje rondzwerven. Maar intussen heb ik bij Amoukanama wel familie gevonden en dat voelt goed.”

Hoe ziet de toekomst eruit voor Amoukanama? “Een mens moet altijd groot dromen,” lacht Balla Moussa. “En wij hebben vooral zin om onze droom te delen. Alseny en ik hadden een droom toen we samen op het strand van Conakry speelden en nu maken we die waar. Op die manier inspireren we andere jongeren om ook te dromen.” De droom stuwt hen vooruit en zorgt ervoor dat ze elke dag opstaan met het idee om telkens beter te doen en verder te gaan. “We willen overal in de wereld ons spektakel laten zien”, vult Alseny aan.


Auteurs: Ronald Verhaegen en Katrijn De Bleser
Dit artikel verscheen in de tweede editie van het internationale magazine (augustus 2023).